Nyck de Vries verliest rechtszaak en moet tonnen terugbetalen

Het geschil ging om een lening van 250.000 euro. Daarbij werd de afspraak gemaakt dat De Vries dat bedrag niet hoefde terug te betalen, als hij voor het einde van 2022 geen stoeltje had in de Formule 1. Ook zou De Vries bij een loopbaan in de F1 vijftig procent van zijn inkomsten moeten delen met Investrand.

De Vries meende echter pas vanaf 2023 een vaste coureur te zijn in de F1, maar de rechter stelde Investrand toch in het gelijk.

"We hebben Nyck op een cruciaal moment in zijn carrière ondersteund, toen niemand anders dat meer wilde doen", zo reageert Jeroen Schothorst aan De Telegraaf. "Ik ben blij dat we nu door de rechter in het gelijk gesteld zijn, al betreur ik natuurlijk dat deze procedure nodig was. Liever hadden we in goed overleg een regeling getroffen zonder procedures, maar helaas zijn onze pogingen daartoe telkens door Nyck en zijn advocaat resoluut van de hand gewezen. Hierdoor werd een gang naar de rechter onvermijdelijk. Dat neemt niet weg dat ik Nyck al het mogelijke succes toe wens in het vervolg van zijn nu al indrukwekkende autosportcarrière, al zal die niet meer in de Formule 1 zijn."